woensdag 21 juni 2017

Twee keer pijn

Afgelopen zaterdag een flinke smak met m’n fiets gemaakt, over het voorwiel gelanceerd. Mannen van 50 plus die sportief doen, een fenomeen wat altijd een cynisch lachje opwekt. Zeker bij mijzelf. M’n hele linkerflank gekneusd en op het rechterbeen een zwelling formaat galia-meloen. Alle fotografie projecten voor de komende week of misschien weken kon ik gelukkig verschuiven.
Omdat een fysieke aandoening die niet dagelijks is ook je mentale welzijn enigszins aantast (een beetje van slag zeg maar) is op de bank hangen (auw 1) voor tv of ander scherm het enige wat troost en afleiding brengt.
Dexter is een serie die ik eigenlijk niet eerder bekeken had, maar waar wel vaak over gesproken werd (“heb je dat nooit gezien ?”).
Bingen dus, seizoenen achter elkaar.
En dat is wonderlijk in dit geval. Het verhaal en de acteurs, de plotontwikkeling : prettig.
Maar de kwaliteit van de beelden is echt niet om aan te zien. Uit 2006, begin van het serieuze digitale tijdperk.



Wat is dat lelijk. Uitgebeten hoge lichten op het voorhoofd, een gruwelijke kleurshifts van de huidtonen. Zalm-mosterd bestaat niet als pantone-kleur geloof ik. Wel in deze serie. Witte overhemden die magenta/blauw zwemen. Uitgebeten luchten waar ze in post nog iets overheen geplakt hebben. Verder geen enkele grading volgens mij.
Weer auw dus.
Ik snap niet dan men toen al volledig digitaal overstag ging, en dit niet lekker analoog heeft vastgelegd. Digitale fotografie werd rond 2006 voorzichtig aan steeds iets beter, maar hoge lichten en huidtonen onder spaarlampen moest je echt zien te voorkomen. Hebben ze hier niet gedaan.
Series die nu gemaakt worden zijn echt veel mooier om naar te kijken : Fargo S2, Stranger Things, Bloodline, het ziet er allemaal prachtig uit. Met een weldadig dynamisch bereik en realistische kleurtoon. Ook de grote bioscoopfilms waarvan we weten dat 80 % in de computer is ontstaan hebben een analoog gevoel.
Tien jaar dus. Voor een digitale kwaliteitsrevolutie van een in mijn ogen ongekende hoogte.
Onlangs mocht ik met een aantal bevriende collega’s een paar nieuwe middenformaat camera’s uitproberen. Een opkomende markt, gemaakt om je als pro te onderscheiden van het gewone volk die dezelfde camera als jijzelf hebben. Heel veel pixels, dan heb je dat Hasselblad gevoel tenminste weer terug, en ben je weer herkenbaar tussen al die amateurs. Maar ik zag geen voordelen van groter, de spullen waar ik nu mee werk zijn al zo ongelofelijk goed. En lichter. Wat dan weer fijn is voor die ribben, kan ik misschien binnenkort weer opstaan en doen waar ik het meeste plezier aan heb. Zelf beeld maken. Digitaal en oh zo mooi, het lijkt wel analoog.