dinsdag 29 september 2020

Een Held

 


























Dit is Carl De Held, een veteraan die heeft gediend in het voormalige Joegoslavië. Ligt op je pad met zo’n achternaam.

Carl fotografeerde ik voor Checkpoint, een magazine voor veteranen wat 8 keer per jaar verschijnt.

Deze Held is nu barbier in Katwijk, en laat in z’n zaak trots alle herinneringen uit deze periode van z’n leven zien. Foto’s, medailles, bewijs voor zijn aanwezigheid daar. 

Ik kende dit mooi vormgegeven blad niet, maar het bestaan lijkt me gerechtvaardigd. 

Er zijn immers ook bladen voor de tegelbranche, nagelstyling en voor de bezitters van dwergpinchers.

En deze mannen en vrouwen hebben wel een verhaal. Heftige verslagen over een bedrijfstak waar ik zo rond mijn 18de niets van moet hebben als linkse pacifist. Tenminste, de strijd die bij een dergelijk karakter hoort speelde zich grotendeels af in het ouderlijk huis. 

Tussen mijn enigszins behoudende vader en mijzelf. Ik vond het leuk om over ons leger en de strijdkrachten de knuppel in het hoenderhok te gooien met anti neutronenbom stickers en gebroken geweertjes. Een micro-oorlogje 4hoog achter in Osdorp.

Het bleek echter voor de bühne want ik ontkwam niet aan de 14 maanden verplichte verveling die toen nog voor gezonde jongelingen was weggelegd. Mijn iets te halfhartige verzet werd snel doorgeprikt door de keuringsartsen en psychiaters. 

“Je vriendin wordt gegijzeld en je hebt de gelegenheid de gijzelnemer neer te schieten, wat doe je ? “ Dat soort situaties zette men in om je verzet te keren. Wist ik veel, ik had helemaal geen vriendin. Maar waarschijnlijk toch het voor hen passende antwoord gegeven. Dus de klos.

Veertien maanden lang genoot ik van de stormbaan, handgranaten gooien ( erg leuk om te doen, echt ) en schieten met een browning. Iets waar ik talent voor bleek te hebben. Tien maanden als hospik tussen de tanks rondgelopen met blarenpleisters en injectienaalden. 

Kwam in het veld nog een keer een verpleegkundige tegen die tegen z’n zin de dienstplicht bij de fotografische afdeling van het leger mocht slijten. Goed beleid, ontmoedigen die handel. 


Een week na het beëindigen van deze bijzonder periode in mijn leven ( ik was een man geworden, maar nog wel zonder vriendin ) zat ik in een kring bij de eerste kennismakingsdag op de Rietveldacademie. “Wie ben je, wat doe je, wat heb je gedaan ?”.

Heel veel (anti) krakers, ex Witte Lelie en psychologie-studenten van 25+ , door het leven geverfde en geharde, startende kunstenaars aan het begin van hun glanzende en voor de hand liggende carrières. Met een vlammend en meedogenloos liefdesleven, rokend, zuipend en snuivend gaven ze hun duistere en morbide gedachten vorm, ver boven het zeer banale leven van de burgerij ergens daar beneden.

“Ik ben Jeroen, ben 21 jaar, zat tot vorige week in het leger en woon nog bij mijn ouders op 4 hoog in Osdorp. En ik heb geen vriendin”.


Toch ook wel een beetje een held dus. 




maandag 17 september 2018

Snap ik het allemaal nog ?


Mooi om zo bij elkaar te zien op de site van Total Design. Een selectie van de portretten die ik maakte voor GrowWork Group, een “dienstverlenend bedrijf”. Dan moet ik wel even opzoeken wat ze daar nou precies doen. Merk vaker dat ik bij binnenkomst van een superstrak en hip kantoor (waar de gemiddelde leeftijd onder de dertig ligt) niet meer door heb wat het nou precies is wat ze doen of maken. Iets maken doen ze trouwens meestal niet eigenlijk. Ik zie vaak enkel schermen, iPads en andere oplichtende appeltjes. Wat wil je later worden ? UX Developer, Business Strategy Analist of User Experience Engineer ? Vind je het gek dat deze jongelingen zich massaal op het draaien van vinyl en het opzetten van een compact cassette hebben gestort ? 
Ik ga maar snel bijscholen om niet het onuitwisbare ouwe-lullen stempel voor eeuwig op m’n voorhoofd te hebben. Dacht dat ik als moderne vijftig plusser de ontwikkelingen wel bij kon houden. Maar dat blijkt lastig voor iemand van een generatie die nog 1 been (en driekwart hersenhelft) in de analoge wereld heeft staan. Ik spreek voor mezelf, er zijn genoeg dames en heren van mijn leeftijd die wel begrijpen waar het allemaal over gaat. Maar die hebben dan wel “senior” voor hun naam staan.
Ik maar commentaar hebben op m’n moeder die niet aan de smartphone wil. 
Sorry ma, ik begrijp dat eigenlijk heel goed. Dàt wel.

woensdag 20 juni 2018

Mijn eerste Solo





Voordat iedereen direct de verlopen museumjaarkaart gaat verlengen kan ik melden dat het hier een expositie van slechts één dag betrof. De foto’s zijn alweer van de muren verdwenen.
Afgelopen weekend kon ik even exposeren bij galerie Bradwolff in Amsterdam Oost.  De ruimte was kort beschikbaar en het leek een bevriende galeriehoudster een goed plan als ik daar eens ging hangen met nieuw en speciaal voor het gekoppelde event gemaakt werk. Alleen, als enige. Echt solo, en dus is het geen borstklopperige titel boven dit stukje. Ik heb altijd met andere exposanten de eer moeten delen. In museum Fodor met een serie over de Rai (gemeente-opdracht), in Foam ooit een weekend met 1 foto (Elegance veiling voor een goed doel), in het Singer Museum te Laren met medestudenten van de Rietveld academie. En twee jaar terug, bij de Grunerie in Oegstgeest. Ik moest de aandacht van het kunstminnende publiek delen met anderen. Het is ook veel te lang geleden allemaal en een best wel meelijwekkende hoeveelheid openbaringen op het CV van een kunstenaar die ik toch in mij meen te hebben. Ergens diep van binnen huist een vrije fotograaf die aan de muur wil. Toch ben ik veel dagen van het jaar op kantoren te vinden om daar brood te winnen. Wel elke dag een ander kantoor, maar toch.


Thema van de 1-daagse feestelijkheden in de galerie was “Bloei”, iets wat ik verder niet hoef te duiden lijkt me. Kijk maar, mensen met een bloem. Mensen die in hun bloei zijn of nog moeten komen. Voornamelijk nog vrienden en familie. Maar de serie kan zelf ook gaan bloeien natuurlijk. 
Voor mijn tweede en veel grotere Solo ! Die hopelijk wat langer kan blijven hangen.


woensdag 20 december 2017

In aanraking met de politie

Tijdens een shoot (ik zou hier graag een mooi Nederlands woord gebruiken, dit is zo lelijk, net als kids ipv kinderen) werd er een lens van mij gestolen. Omdat ik tijdens het fotograferen m’n handen vrij wilde hebben legde ik mijn dure en gekoesterde Canon 1.4/35 mm even op een plek die veilig leek. Niet dus, met een zich snel verhogende hartslag aanschouwde ik een gapend lege plek daar waar zojuist nog dit stukje kwaliteits-glas had gestaan. Gejat. Op de 5de verdieping van een bedrijfsgebouw met portier. Bevolkt door leuke, frisse en jonge start-up ondernemers. Mensen met koffiebekers waarop hun voornaam, die types. “Misschien heeft iemand hem geleend” dacht ik nog even naïef. 
Lang verhaal kort : hij (de lens) dook de volgende dag op bij een louche tweedehands zaak in Oost (hoe ik daar achter kwam is ook een gek verhaal, maar teveel woorden). Maar zonder aangifte - had ik nog niet gedaan - waren zij helaas niet schuldig aan heling en mocht ik mijn eigendom niet meenemen. Dus heb direct bij het bureau om de hoek mijn verhaal laten optekenen. Het item (dat was het nu ineens) werd een dag later bij de winkelier in beslag genomen door de politie. Is nu zelfs bewijsmateriaal geworden in een zaak waarvan ik de details niet mag weten. Wie was het, hoeveel heeft hij of zij  er voor gevangen, was het een zojuist ontslagen persoon met vijf hongerige monden te voeden ? 
Ik heb maar een nieuwe gekocht, kan niet zonder. Misschien hard nodig bij de volgende klus, een serie portretten voor het personeelsblad 24/7. Van diezelfde politie. Illustratieve foto’s bij interviews van zeven agenten over bijna-doodervaringen. Beschoten, overreden, net aan explosies ontsnapt etc. Spannende en aangrijpende verhalen voor het kerstnummer. “Een engel op mijn schouder” was de kop boven het artikel en Ik mocht zelf bedenken hoe ik dat in beeld zou brengen. Ik heb het eenvoudig gehouden, met fel tegenlicht ( dit is geen Photoshop ) en een vage hand bij de schouder. Tijdens het opbouwen en testen van het licht (en om ze een beetje op hun gemak te stellen) vertelden ze hun verhalen over heldendom, doorzettingsvermogen en collegialiteit. 

Ik durfde niet langer te zeuren over een gestolen, maar vervangbaar stuk gereedschap. 


woensdag 21 juni 2017

Twee keer pijn

Afgelopen zaterdag een flinke smak met m’n fiets gemaakt, over het voorwiel gelanceerd. Mannen van 50 plus die sportief doen, een fenomeen wat altijd een cynisch lachje opwekt. Zeker bij mijzelf. M’n hele linkerflank gekneusd en op het rechterbeen een zwelling formaat galia-meloen. Alle fotografie projecten voor de komende week of misschien weken kon ik gelukkig verschuiven.
Omdat een fysieke aandoening die niet dagelijks is ook je mentale welzijn enigszins aantast (een beetje van slag zeg maar) is op de bank hangen (auw 1) voor tv of ander scherm het enige wat troost en afleiding brengt.
Dexter is een serie die ik eigenlijk niet eerder bekeken had, maar waar wel vaak over gesproken werd (“heb je dat nooit gezien ?”).
Bingen dus, seizoenen achter elkaar.
En dat is wonderlijk in dit geval. Het verhaal en de acteurs, de plotontwikkeling : prettig.
Maar de kwaliteit van de beelden is echt niet om aan te zien. Uit 2006, begin van het serieuze digitale tijdperk.



Wat is dat lelijk. Uitgebeten hoge lichten op het voorhoofd, een gruwelijke kleurshifts van de huidtonen. Zalm-mosterd bestaat niet als pantone-kleur geloof ik. Wel in deze serie. Witte overhemden die magenta/blauw zwemen. Uitgebeten luchten waar ze in post nog iets overheen geplakt hebben. Verder geen enkele grading volgens mij.
Weer auw dus.
Ik snap niet dan men toen al volledig digitaal overstag ging, en dit niet lekker analoog heeft vastgelegd. Digitale fotografie werd rond 2006 voorzichtig aan steeds iets beter, maar hoge lichten en huidtonen onder spaarlampen moest je echt zien te voorkomen. Hebben ze hier niet gedaan.
Series die nu gemaakt worden zijn echt veel mooier om naar te kijken : Fargo S2, Stranger Things, Bloodline, het ziet er allemaal prachtig uit. Met een weldadig dynamisch bereik en realistische kleurtoon. Ook de grote bioscoopfilms waarvan we weten dat 80 % in de computer is ontstaan hebben een analoog gevoel.
Tien jaar dus. Voor een digitale kwaliteitsrevolutie van een in mijn ogen ongekende hoogte.
Onlangs mocht ik met een aantal bevriende collega’s een paar nieuwe middenformaat camera’s uitproberen. Een opkomende markt, gemaakt om je als pro te onderscheiden van het gewone volk die dezelfde camera als jijzelf hebben. Heel veel pixels, dan heb je dat Hasselblad gevoel tenminste weer terug, en ben je weer herkenbaar tussen al die amateurs. Maar ik zag geen voordelen van groter, de spullen waar ik nu mee werk zijn al zo ongelofelijk goed. En lichter. Wat dan weer fijn is voor die ribben, kan ik misschien binnenkort weer opstaan en doen waar ik het meeste plezier aan heb. Zelf beeld maken. Digitaal en oh zo mooi, het lijkt wel analoog.





















woensdag 18 januari 2017

Kille foto's

*spoiler : onvervalste romantiek van een jong-volwassene*



Het valt eigenlijk niet te geloven, maar in 1989 moest je voor het eindexamen fotografie aan de Rietveld Academie nog een scriptie schrijven. Tekst. Op een kunstacademie!
Over een fotograaf. Die dood was. Of iets bijzonders had gedaan of gemaakt. Over een expositie, over een fotoboek. Misschien zelfs wel over een fotografische techniek. Ik weet het niet zo goed meer eigenlijk. Maar het telde mee, dus je deed het. Braaf.

Ik had besloten om de fotografie als onderwerp los te laten en een reis te maken. Een reis met een Leitmotiv, een reis met een aanleiding, een reis om eenzaam en alleen te kunnen zijn. 
Een koude reis : de barre onderneming voerde mij door een winters Duitsland. 
Eindbestemming onduidelijk.
Natuurlijk moest het koud zijn. Vanaf m’n 19de was ik zwaar onder de indruk van Schuberts liederencyclus Die Winterreise. Deze muziek, die tot in de diepste kern van mijn wezen was doorgedrongen moest de soundtrack, de aanleiding en de gids voor mijn scriptie zijn. 
Ik had geen idee hoe of wat, het was pure intuïtie. Maar het verhaal over een jongeman die huis en haard verlaat om de kille duisternis in te trekken omdat de liefde weer eens een teleurstelling blijkt was mij op het lijf geschreven. 
De reis, niet de bestemming. Daar ging het om.
Vreemd genoeg bestond de vorm wel al in mijn hoofd. Een ouderwets foto-album wilde ik maken. Zwart-wit foto’s afgedrukt op ( uiteraard ) bariet papier, gedroogd op een glanspers en met gekartelde randjes. 
Mijn ouders hadden er een, met scheef geplakte foto’s en handgeschreven teksten. 
In een prozaïsch tien jaar-na-de oorlog stijl.
Ik heb het nagemaakt, anderhalf keer zo groot als gebruikelijk. Beplakt karton, pergamijnen schutvellen van een grote rol gesneden, de albumbladen gedrenkt in koude thee en op de kachel gedroogd. 
Van de tocht maakte ik een gefotografeerd maar ook een geschreven verslag. Over ontberingen ( dat viel wel mee / tegen ) in de sneeuw, verkillende gedachtenspinsels over eenzaamheid, over het Duitsland van de Tweede Wereldoorlog ( ik kwam uiteindelijk in Nürnberg terecht, op het grote marcheerveld uit “Triumpf Des Willens” ) en zeker ook over fotografie. 


Ik heb uiteindelijk niets concreets gevonden ( ging het niet om ), en de reis beëindigde zichzelf met een enorme omslag in het weer. Het begon keihard te dooien, het voorjaar leek in aantocht.Ik aanvaardde de terugreis. 
Met acht rolletjes Tri-X naar huis. Geschoten op een geleende kleinbeeldcamera die uit zichzelf drie stops te zwaar belichtte waardoor de negatieven technisch gezien onbruikbaar waren voor een eindexamenexpositie. Ik wist dit niet van tevoren, maar voor het album bleek het een uitkomst. De foto’s waren keihard met erg veel zwart. 

Past goed bij een 25 jarige eenzame jongeling met een romantisch hart. 




dinsdag 6 september 2016

Mooie Auto's

Hoewel de uitnodigingen al maanden terug op de mat vielen zag ik dit weekend nog net kans om snel naar twee expo’s te gaan : Robby Müller in Eye en Stephen Shore in Huis Marseille. Het was er vanwege “van alles” nog niet van gekomen, en ik heb bij dit soort dingen altijd de indruk dat er nog tijd zat is. Gek word je van de druk die je hier in de grote stad voelt. Je mag niks missen ! Doodmoe ben ik altijd aan het einde van het culturele seizoen. Wat gelukkig maar 365 dagen per jaar duurt.
Prettig dat ik vanwege mijn leeftijd en de afkeurende blik van de kinderen niet alle festivals in de stad meer af hoef te struinen, anders had ik helemaal geen leven meer.










Maar goed, 2 van zulke iconen, die mag ik echt niet missen.
Beide heren zijn nog onder ons, Shore zeer actief en aanspreekbaar ( ik zat in de zaal bij een fotografenkransje toen hij werd geïnterviewd ), met Müller gaat het helaas minder goed.
Prachtig werk, van Shore vooral dat van rond 1973 ( Uncommon Places ), Müller wat later aan het pieken, vooral bij Der Amerikanische Freund en Paris Texas. Prachtige kadrering, belichting, kleurgebruik, momenten van de dag.
En met een soort soberheid die moeilijk terug te vinden is in het dagelijks straatbeeld. Geen steigers met doek in knalkleuren waarop reclame voor radio 538, geen kleding met grote en schreeuwerige logo’s. Nee, hier enkel sierlijke auto’s met echte hoeken en in primaire kleuren i.p.v. al die gelijkvormige gezinsworsten in zilvergrijs of zwart.
Vooral bij Der Amerikanische Freund ( die ik direct ben gaan downloaden, een verachtenswaardige vorm van diefstal, zij het wel cultureel dus iets minder erg ) zie je stoere olijfgroene truien, bruine ribbroeken en oranje VW Kevers. Met daarachter een lichtblauwe Amerikaanse bak. Ziet u het kleurenpalet voor zich ? Alleen al de gedachte daaraan brengt me Proustiaans terug in de tijd.
En dat is wat steekt. Het is niet eerlijk. Ik kan dat soort foto’s niet meer maken. Ja, in steden als Tbilisi of Minsk misschien, maar hier is teveel visuele vervuiling ontstaan.
Ondanks al die dappere pogingen om met sloophout, baarden, echte lp’s, koperkleurige lampen en groot-bladerige planten boven het maaiveld uit te steken. Die retro life-style, die is het maaiveld geworden. Die klassieke auto’s komen nooit meer terug in het straatbeeld. Te vies, te oud.
Ik denk dat het nostalgie-filter wat we “De Tijd” noemen, wat ons met mildheid stemde over de vermeende lelijkheid van het verleden, ons over 20 jaar niet meer helpt om dit heden te waarderen.
Pech voor de fotografen van nu. Alleen maar zilvergrijze middenklassers van plastic in de straat. Met teveel bollingen.
Wat ik niet zal missen is het script en het acteerwerk van films uit 1977. Je mag een illegaal gedownload paard niet in de bek kijken, maar van een tenenkrommend staaltje amateurtoneel kwam er langs in die twee uur durende visuele pracht. De gemiddelde Netflix serie zit wat dat betreft veel beter in elkaar, daar is het acteren vaak zeer realistisch en rauw.
Een serie als Fargo. Met prachtig camerawerk, veel bruin, groen en lichtblauw. En echte auto’s.



Het speelt zich dan ook af in 1979. Nog net de goede tijd wat dat betreft.