*spoiler : onvervalste romantiek van een jong-volwassene*
Het valt eigenlijk niet te geloven, maar in 1989 moest je voor het eindexamen fotografie aan de Rietveld Academie nog een scriptie schrijven. Tekst. Op een kunstacademie!
Over een fotograaf. Die dood was. Of iets bijzonders had gedaan of gemaakt. Over een expositie, over een fotoboek. Misschien zelfs wel over een fotografische techniek. Ik weet het niet zo goed meer eigenlijk. Maar het telde mee, dus je deed het. Braaf.
Ik had besloten om de fotografie als onderwerp los te laten en een reis te maken. Een reis met een Leitmotiv, een reis met een aanleiding, een reis om eenzaam en alleen te kunnen zijn.
Een koude reis : de barre onderneming voerde mij door een winters Duitsland.
Eindbestemming onduidelijk.
Natuurlijk moest het koud zijn. Vanaf m’n 19de was ik zwaar onder de indruk van Schuberts liederencyclus Die Winterreise. Deze muziek, die tot in de diepste kern van mijn wezen was doorgedrongen moest de soundtrack, de aanleiding en de gids voor mijn scriptie zijn.
Ik had geen idee hoe of wat, het was pure intuïtie. Maar het verhaal over een jongeman die huis en haard verlaat om de kille duisternis in te trekken omdat de liefde weer eens een teleurstelling blijkt was mij op het lijf geschreven.
De reis, niet de bestemming. Daar ging het om.
Vreemd genoeg bestond de vorm wel al in mijn hoofd. Een ouderwets foto-album wilde ik maken. Zwart-wit foto’s afgedrukt op ( uiteraard ) bariet papier, gedroogd op een glanspers en met gekartelde randjes.
Mijn ouders hadden er een, met scheef geplakte foto’s en handgeschreven teksten.
In een prozaïsch tien jaar-na-de oorlog stijl.
Ik heb het nagemaakt, anderhalf keer zo groot als gebruikelijk. Beplakt karton, pergamijnen schutvellen van een grote rol gesneden, de albumbladen gedrenkt in koude thee en op de kachel gedroogd.
Van de tocht maakte ik een gefotografeerd maar ook een geschreven verslag. Over ontberingen ( dat viel wel mee / tegen ) in de sneeuw, verkillende gedachtenspinsels over eenzaamheid, over het Duitsland van de Tweede Wereldoorlog ( ik kwam uiteindelijk in Nürnberg terecht, op het grote marcheerveld uit “Triumpf Des Willens” ) en zeker ook over fotografie.
Ik heb uiteindelijk niets concreets gevonden ( ging het niet om ), en de reis beëindigde zichzelf met een enorme omslag in het weer. Het begon keihard te dooien, het voorjaar leek in aantocht.Ik aanvaardde de terugreis.
Met acht rolletjes Tri-X naar huis. Geschoten op een geleende kleinbeeldcamera die uit zichzelf drie stops te zwaar belichtte waardoor de negatieven technisch gezien onbruikbaar waren voor een eindexamenexpositie. Ik wist dit niet van tevoren, maar voor het album bleek het een uitkomst. De foto’s waren keihard met erg veel zwart.
Past goed bij een 25 jarige eenzame jongeling met een romantisch hart.